Het spook van de vrijschutters

Op 18 augustus 1914 verplicht de burgemeester van Elsene zijn onderdanen hun vuurwapens in te leveren. Ze moeten in het dichtstbijzijnde politiekantoor afgegeven worden. Het inzamelen van vuurwapens zal enkele dagen later onderbroken worden door de komst van de Duitse troepen. De gemeentelijke ambtenaren vrezen dat de massale hoeveelheid geweren en revolvers tot een foutieve conclusie kan leiden en gooien de wapens in de vijvers van Elsene. Enkele weken later worden ze er door cavaleristen van het Duitse leger uitgevist. Op deze foto poseren ze met hun vangst.

Net zoals in de andere Brusselse gemeenten wil ook het gemeentebestuur van Elsene absoluut vermijden dat de vijand het verzet van enkele burgers als voorwendsel zou aanwenden om over te gaan tot gruweldaden. Dat is wat er op verschillende plaatsen in het land gebeurd is en wat in de loop van de erop volgende weken nog vaker zal gebeuren. Het Duitse leger is er ten onrechte van overtuigd dat het geconfronteerd wordt met een door “franc-tireurs” geleid burgerverzet en houdt de bevolking er rechtstreeks verantwoordelijk voor. Wezet, Temse en Leuven worden zo “martelaarssteden”. Brussel moet aan dat droevige lot ontsnappen.