1914 : Het uitbreken van de oorlog
De tot hospitaal omgevormde Bon Marché in de Nieuwstraat. De verrassing van de Brusselaars is groot als ze bemerken dat het embleem van het Rode Kruis de gevel tooit van deze alom bekende handelszaak, het eerste grootwarenhuis in België. Op enkele dagen tijd worden er een honderdtal van dergelijke “ambulances” opgericht. Deze noodhospitalen, die verspreid liggen over de 16 gemeenten van de Brusselse agglomeratie, moeten de gewonden van het front opvangen.
Scholen, musea, kloosters, hotels of privé-eigendommen worden omgevormd tot plekken waar eerste hulp wordt toegediend. Ze worden onder het gezag van het Rode Kruis geplaatst. Zelfs in het stadhuis, het Volkshuis en het Justitiepaleis worden noodhospitalen ingericht. Voor de burgerbevolking betekent het verzorgen van de gewonden een mogelijkheid om zich in te zetten. Van bij het uitbreken van de oorlog bieden duizenden vrouwen zich vrijwillig aan om op die manier deel uit te maken van de nationale mobilisatie. Koningin Elisabeth geeft het goede voorbeeld: ze stelt het koninklijk paleis vanaf begin augustus 1914 open voor gewonden.