von Bissing | 2014-18.brussels

Moritz von Bissing, generaal-gouverneur van België, bezoekt het Brusselse Museum van Schone Kunsten. De Duitsers nemen tijdens de oorlog tal van initiatieven op het vlak van kunst, theater en muziek. Ze zijn in eerste instantie bedoeld als ontspanning voor de Duitse kolonie, maar ze beogen ook een ander doel. Via cultuur hoopt de bezetter komaf te maken met het imago van het “barbaarse Duitsland”, en zijn gezag in het land te versterken.

De Duitse cultuur in Brussel blijkt een propaganda-instrument te zijn. De bezetter probeert via die weg de bevolking van het land, vooral de Vlamingen, voor zich te winnen. De Duitsers maken van de taalstrijd gebruik om een Flamenpolitik te voeren die onder meer tot uiting komt in een nooit eerder geziene steun aan de Nederlandstalige literatuur. Zo krijgen politieke en militaire ambities gevolgen op cultureel vlak. In het tijdperk van de totale oorlog wordt de strijd op alle terreinen gevoerd.